Column: ‘Overheid heeft leidende rol in cybersecurity’

Nederland wil een veilig en open cyberdomein zijn, waarin de kansen die digitalisering onze samenleving biedt worden benut, dreigingen het hoofd worden geboden en fundamentele rechten en waarden worden beschermd. Nederland moet een safe-place-to-do-business zijn en blijven.

Ons land loopt wereldwijd voorop in de digitalisering. We blijven echter een aantrekkelijk doelwit voor cyberactoren. Dat vraagt onze structurele aandacht. Samen zijn we verantwoordelijk om veilig en met een samenhangende aanpak in te spelen op alle technologische ontwikkelingen. Dat stelt ook Herna Verhagen in haar rapport ‘De economische en maatschappelijke noodzaak van meer cybersecurity’. De kansen en bedreigingen van digitalisering staan onvoldoende op ons netvlies en zijn geen integraal onderdeel van ons denken en doen.

Alle overheden, ook medeoverheden, hebben hierin een voorbeeldrol; burgers en bedrijven moeten zaken met de overheid veilig online kunnen doen. Informatie moet online beschikbaar zijn en de uitwisseling van gegevens goed beveiligd. De basis moet dan goed op orde zijn en netwerken beschermd tegen cyberaanvallen. Verhagen adviseert dat overheden en bedrijven 10 procent van hun ICT-budget moeten investeren in cybersecurity. Omdat overheden bijna een derde van de beveiligingsproducten en -diensten afnemen, hebben zij ook hier een voorbeeldrol te vervullen. Dat begint met een standaardpassage over cybersecurity in inkooptrajecten. Het belang van cybersecurity blijkt ook uit het regeerakkoord; er wordt structureel 95 miljoen euro gereserveerd, verdeeld over verschillende departementen. Het mag duidelijk zijn; cybersecurity is en blijft een randvoorwaarde voor de digitaliserende overheid. Nederland moet een veilige, open en welvarende samenleving zijn en blijven. De overheid heeft hierin een leidende rol zodat de samenleving vertrouwen heeft en houdt in de digitale overheid!

Jos Nijhuis, covoorzitter Cyber Security Raad

Bron: Pulse Media Group, Uitgave 'Digitalisering van de publieke sector', oktober 2017